Leerlijn Nationaal Park de Meinweg

IVN maakt voor de nationale parken leerlijnen om basisschoolkinderen te leren goed om te gaan met de natuur. Zo ook voor nationaal park de Meinweg in Limburg. Met de IJzeren rijn die dwars door het gebied heen loopt en vele kloosters en kerken is er, buiten de rijke natuur en landschap, ook een belangrijke rol weggelegd voor cultuurhistorische waarde. Daarom is mij gevraagd, in het kader van mijn stageopdracht, voor de cultuurhistorie in de Meinweg een leerlijn te maken voor kinderen uit groep 6, 7 en 8. De leerlijn bestaat uit werkvormen die de kinderen, onder begeleiding van een gids, in het gebied kunnen uitvoeren en een voorprogramma in de klas, die kinderen alvast wegwijs maken in het gebied. Omdat ik graag wou dat het programma een overkoepelende verhaallijn heeft worden de kinderen gedurende het programma meegenomen in een tijdcapsule naar de Meinweg. De gids begeleid de kinderen op deze tijdreis.

De kinderen komen elk steeds een dagdeel naar de Meinweg en worden meegenomen in een immersive storytelling ervaring. Gedurende het programma worden de vier stappen van “flowlearning” gevolgd. Dit begint met een energizer, een activiteit om de aandacht te focussen. Gevolgd door een activiteit waarin ruimte is om eigen ervaringen op te doen. Waarna er in de laatste fase nog gereflecteerd wordt. Ook wordt een creatief proces doorlopen in vier fases: Oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Gedurende drie jaar leren kinderen zich te “realiseren dat cultureel erfgoed betrekking heeft op thema’s en tijdvakken uit wereldoriëntatie”, krijgen ze een “historisch besef in relatie met het cultureel erfgoed” en worden ze zich “bewust van het belang van behoud van historische bronnen en van bronnen van nu voor de toekomst”. Hierdoor kan na drie jaar voldaan worden aan kerndoel 56 van kunstzinnige oriëntatie. Namelijk dat “de leerlingen enige kennis verwerven over en waardering krijgen voor aspecten van cultureel erfgoed” De rol van het kind en van de gids zijn duidelijk vermeld in een programmaboekje en werkvormen. Evenals de te behalen doelen en bijbehorende opdrachten. Het verhaal rond het programma speelt in op de culturele geschiedenis van het park. Namelijk de Meinweg als goed bewaarde tijdcapsule. Waarin kinderen elk jaar afreizen naar een nieuwe belangrijke tijd van het cultureel erfgoed. Je ziet de verhaallijn terugkomen in verschillende activiteiten gedurende het dagdeel. Er zijn drie thema’s; kastelen, IJzeren Rijn en de tweede Wereldoorlog. De overkoepelende verhaallijn is de Meinweg als goed bewaarde tijdcapsule. De programma’s zijn in de vorm van een draaiboek en werkvormen. De boekjes worden aangevuld met lesmateriaal dat de gids gedurende de dag nodig heeft en hebben nog een interactief voorprogramma voor de kinderen. Waarmee zij in de klas al ondergedompeld worden in de Meinweg als tijdcapsule. Het voorprogramma voor de kastelen in een kaartspel dat de kinderen in een half uur in de klas kunnen spelen. Het doel van dit kaartspel is het bepalen van de rol die het kind mee kan nemen naar de Meinweg. Met deze rol zullen ze volgens de verhaallijn niet opvallen in het verleden van de Meinweg. De kinderen kunnen zich inleven in deze rol. Het spel bestaat uit een set scenario kaartjes en reactie kaartjes. Elk kind heeft 3 reactie kaartjes vast. Wanneer er een scenario kaartje op tafel ligt kunnen de kinderen elk 1 kaartje opgooien om te reageren waarna ze een nieuw kaartje van de stapel mogen pakken. Dit gaat door tot de scenario kaartjes op zijn. De rollen van de reactie kaartjes worden per kind geteld. Heeft een kind drie ridders, een bediende en twee kunstenaars opgegooid dan krijgt dit kind de rol van ridder.